Een beweging van hoop, in de kiem gesmoord

Met Soundtrack to a Coup d’État voegt Johan Grimonprez een ware tour de force over geopolitieke manipulatie toe aan zijn unieke en compacte oeuvre. In een gesprek legt hij de vinger op meer dan een halve eeuw neokoloniaal getouwtrek.

08.10.2024 | Orlando Verde

Je kan bijna niet anders dan kunstenaar en filmmaker Johan Grimonprez voor de geest halen als een rechercheur uit een klassieke thriller die voor een muur staat waar gepinde mugshots, krantenknipsels, post-its en oude documenten aan elkaar worden verbonden met touwtjes. Enkel ontmaskert de rechercheur deze keer geen seriemoordenaar, maar de onvoorstelbare machinaties van (neo)koloniale mogendheden.

Eind jaren vijftig zette de USIA (United States Information Agency) jazzmuzikanten in als culturele ambassadeurs. De Koude Oorlog was naast de nucleaire wapenwedloop, de space race en de bloedige conflicten in de zogenaamde derde wereld ook een perceptiestrijd. De raciale segregatie uit het Jim Crow-tijdperk was in die zin een ware blamage voor de VS. Wereldberoemde (zwarte) iconen zoals Louis Armstrong of Dizzy Gillespie moesten dat beeld herstellen: als vertegenwoordigers van een progressief land zouden ze met uitputtende tournees door het Midden-Oosten en het Afrikaanse continent het hart en de geesten van mensen in de non-aligned world helpen veroveren.

De fifties zijn de jaren van omverwerping van de gekende wereldorde, aangekondigd door de bevrijding van nieuwe naties in de Aziatische en Afrikaanse continenten. Maar het zijn ook de jaren van het verzet tegen dit globale ijveren voor diplomatische gelijkheid. Het is in deze netelige arena dat Soundtrack to a Coup d’État op briljante en confronterende wijze een logica probeert te vinden in een wereld in rep en roer.

Één dilemma

De grootste uitdaging van de film is dat de mensheid in staat is tot ongelooflijke wreedheid. Bewust van die uitdaging koos Grimonprez voor een radicale oplossing: bronvermelding. “Citaten, paginanummers, voetnoten en referenties, ik wist dat ze nodig zouden zijn. Ook over genocides die minder gekend zijn”, vertelt Grimonprez.  Er is niet alleen een nieuwe generatie kijkers voor wie veel van wat er verteld wordt nieuwe informatie is, maar ook weerstand en scepsis. Een groot deel van deze ongemakkelijke geschiedenis werd bewust verborgen en voor sommigen is het nog altijd handig dat ze begraven blijft.”

Soundtrack to a Coup d’État vertrekt vanuit het definitief ontwaken van voormalige kolonies, halverwege de twintigste eeuw. “Waar ik versteld van stond, is dat eind jaren vijftig een beweging van hoop was ontstaan. Heel veel landen werden onafhankelijk. In 1955 wordt de Non-Aligned Movement opgestart. Het verzet groeit tegen de opdeling tussen Oost en West. Indonesisch president Soekarno nodigt de leiders van Afrikaanse en Aziatische landen uit naar Bandung en daar komen onder andere Gamal Abdel Nasser uit Egypte en Jawaharlal Nehru, de eerste premier van onafhankelijk India, samen. Premier Zhou Enlai leidt de Chinese delegatie. Kwame Nkrumah is ook aanwezig, Ghana zal niet veel later onafhankelijk worden. Een hele beweging in de global south verklaart dat kolonisatie achterhaald is. Dezelfde namen komen vijf jaar later opnieuw samen in de General Assembly van de Verenigde Naties, in september 1960.”

Soundtrack to a Coup d’État (2024)

Wanneer Nikita Chroesjtsjov de wereldleiders uitnodigt om te spreken over dekolonisatie en demilitarisering, komen velen van hen voor het eerst naar de VN. “Voordien ging het alleen maar over representanten. Fidel Castro komt voor de eerste keer, Nehru, Kwame Nkrumah, Sékou Touré, Soekarno en Chroesjtsjov zelf, die daar de dekolonisatieresolutie voorstelt die in december wordt geratificeerd. Zestien ‘nieuwe’ Afrikaanse landen treden toe tot de Verenigde Naties: het Afro-Aziatische blok krijgt de meerderheid van de stemmen, waardoor de VS snel zijn beruchte arm-twisters naar de algemene vergadering zendt om druk uit te oefenen.”

“Als ik de film kan samenvatten in één dilemma, dan is dat enerzijds die beweging van hoop, het globale zuiden dat ontwaakt en een aardverschuiving veroorzaakt in de Verenigde Naties, en anderzijds hoe België en het Westen reageren om die beweging in de kiem te smoren en als ground zero Patrice Lumumba eerst omverwerpen en dan uiteindelijk vermoorden.”

Op 5 september 1960 wordt president Joseph Kasavubu aangespoord om premier Lumumba af te zetten. Een politieke strijd barst los tot kolonel Joseph Mobutu op 14 september, met hulp van de CIA, de macht grijpt en het parlement ontslaat. “Dat is minder dan een week voor de Algemene Vergadering van de VN in New York. In Harlem ontstaat een alternatieve top, een soort Bandungconferentie, maar dan in Manhattan. Zo wordt ook een band gelegd tussen het panafrikanisme en de Amerikaanse burgerrechtenbeweging. Dat hangt allemaal aan elkaar.”

Tijdens de Algemene Vergadering in september worden afspraken gemaakt, maar de resoluties worden verder uitgewerkt tot de vergadering van de Veiligheidsraad in februari. “De film zoomt in op de omverwerping van Lumumba, maar dat wordt omkaderd door de maanden tussen de General Assembly en de Security Council.” De film is dus geconcipieerd als een grote VN-vergadering, vanaf het moment dat de Non-Aligned Movement de Algemene Vergadering door elkaar schudt tot het moment dat Maya Angelou, Abbey Lincoln, Max Roach en andere activisten de Veiligheidsraad bestormen als protest tegen de moord op Lumumba.

Grimonprez brengt momenten uit de geschiedenis in dialoog met elkaar en doet iets nieuws ontstaan. Als jazz een filmgenre zou zijn, zouden we Soundtrack to a Coup d’État meteen kunnen uitroepen tot een schoolvoorbeeld ervan: de film straalt intuïtie uit en ademt de vrijheid die we van een jazzstuk verwachten. Maar de organische uitstraling is bedrieglijk, want er is geen sprake van improvisatie. De film werd gemaakt met een onwaarschijnlijke rigorositeit en de finale versie is uitgepuurd tot een waterdicht document.

De rol van muziek

“Muziek is een hoofdrolspeler in de film”, zegt Grimonprez. “Ik wilde een verhaal vertellen vanuit de muziek. Dat verhaal begint met een drumslag van Max Roach en eindigt met een schreeuw van Abbey Lincoln. Soms biedt de muziek commentaar op wat er wordt gezegd. Soms valt de muziek echter stil, of biedt ze een vertaling van wat er gebeurt, en dat zijn ook manieren om de film open te gooien. De geschiedenis van de rumba wordt ook ingezet in de film, niet alleen jazz.”

De zogenaamde jazz ambassadors kennen we vooral als een bijna mythisch initiatief dat giganten van de muziekgeschiedenis toegang gaf tot de meest onverwachte hoeken van de wereld. Als een unieke ervaring die een blijvende indruk achterliet op hun muzikale carrières. Ze hadden een diplomatische functie, maar werden ook bewust als brandblussers ingezet. Zo kreeg de tournee van Dizzy Gillespie in 1956 een onverwachte omweg via Griekenland naar aanleiding van anti-Amerikaanse protesten aan de VS-ambassade in Athene, omwille van een politieke impasse over Cyprus.

“De jazz ambassadors waren een vorm van soft power, maar minder gekend is dat achter de schermen staatsgrepen werden gepland. Louis Armstrong wordt naar Congo gestuurd toen de omverwerping van en de moord op Lumumba werden opgezet. Armstrong reist twee keer naar Congo, de derde week van oktober en de derde week van november 1960. In november speelt hij in Katanga.” Dat concert, waarvoor een staakt-het-vuren werd afgevaardigd, onthouden we graag als een bewijs van de kracht van muziek. Maar enkele dagen later wordt Lumumba aangehouden.

Soundtrack to a Coup d’État (2024)

De film bouwt op boeiende contradicties die eigen waren aan het tijdsgewricht en de vele belangen die op het spel stonden. “Louis Armstrong logeert bij de Katangese separatist Moïse Tshombe, maar hij is ook heel uitgesproken tegen Tshombe. Armstrong is opgegroeid in de apartheidspolitiek van het zuiden van de VS en was ook heel kritisch over Amerika.” Naar aanleiding van de hardnekkige segregatie van schoolkinderen in Little Rock, Arkansas, annuleert hij in 1957 een tour door de Sovjet-Unie. “Hij weigerde ook in Zuid-Afrika te spelen voor een apartheidspubliek. Hij was uitgesproken over zijn engagement en toch werd hij ingeschakeld als een paard van Troje om iets te verdoezelen.”

“Muziek wordt gebruikt als een propagandamiddel, maar is ook deel van het politieke toneel, zoals Max Roach en Abbey Lincoln, die recht staan en schreeuwen in de VN-Veiligheidsraad en van wie We Insist! Freedom Now Suite integraal wordt uitgezonden op de Belgische televisie in 1964 terwijl een genocide gaande is in Congo. Als Lumumba uit de gevangenis wordt gehaald om de rondetafelgesprekken bij te wonen in Brussel, vliegt hij samen met de African Jazz van Le Grand Kallé. Er is op dat moment een vervlechting tussen muziek en politiek die heel dankbaar is om te analyseren.”

De rol van de instellingen

Soundtrack to a Coup d’État bevat ook een belangrijke aanklacht tegen het misbruik van de VN als politiek instrument. Dat is een van de elementen uit de film die het meest resoneert met de actualiteit: “Toen ik aan dit onderzoek startte, was het voor mij een verrassing dat VN-secretaris generaal Dag Hammarskjöld rechtstreeks betrokken was bij het omverwerpen van Lumumba, en dat de Verenigde Naties er eigenlijk een rol in hebben gespeeld. Niet in het begin, want eerst dacht Lumumba dat ze voor zijn kant gingen kiezen, maar dan hebben ze meegestuwd om Lumumba uit het zadel te wippen. Ik stond er zelf van versteld dat de Verenigde Naties medeplichtig was in de omverwerping. De grote afwezige tussen al die wereldleiders in die algemene vergadering is Lumumba, die geweigerd werd, geen visum kreeg en ook geen vliegtuig. Daar heeft Hammarskjöld voor geijverd.”

De VN kan je ook niet los zien van de context waarin ze ontstaat. “De organisatie wordt bijna een werktuig van imperialisme en neokolonialisme. In de film zie je af en toe een iPhone of een Tesla. Dat verwijst uiteraard naar lithium, coltan en de rijkdom in Congo die het land tot op vandaag helemaal niet ten goede komt. Als Kwame Nkrumah in de film zegt: ‘Africa is not poor, it’s the Africans who are poor’, verwijst dat ook naar vandaag. Wat er nu gaande is, vloeit direct voort uit wat in de jaren zestig in gang werd gezet. Het gaat nog altijd over dezelfde neokoloniale greep op de mineralen. En de VN wordt gebruikt als een werktuig om dat te bestendigen.”

Soundtrack to a Coup d’Etat (2024)

De New Yorkse première van de film vond eerder dit jaar plaats in het MoMA, een instelling die ook in de film een rol speelt. “Niemand werd gewaarschuwd, maar wanneer oud-MoMA-president William Burden Jr. op het scherm kwam, was er wel hilariteit. Burden zetelde er tussen 1953 en 1959. Hij had belangen in de Katanga Mining Industry, was geheim agent voor de CIA en werd in 1959 benoemd tot ambassadeur in België. Omdat Burden overleden is, konden we zijn audio-interviews beluisteren. Daarin zegt hij letterlijk dat België met het idee speelt om Lumumba te vermoorden, en dat het inderdaad een goed idee is. Omdat Lumumba zo’n nuisance is, was moord de meest voor de hand liggende oplossing.”

De vraag is uiteraard wat we meer dan zestig jaar later kunnen verwachten van de instellingen die destijds, rechtstreeks of onrechtstreeks, betrokken waren bij zulke tragische incidenten. “Dit allemaal benoemen, is op zich al heel belangrijk.”

De rol van de vrouw

Een van de meest opvallende aspecten van de film is de sterke aanwezigheid van vrouwelijke historische figuren. Andrée Blouin, de speechschrijver van Lumumba die een sleutelrol speelt in de onafhankelijkheidsbeweging. Tromboniste Melba Liston, die arrangementen schreef voor Dizzy Gillespie en wier solo’s een prominente plaats krijgen in de soundtrack. Auteur Maya Angelou en de rauwe stem van Abbey Lincoln die je gegarandeerd nog lang zal achtervolgen.

“Er is een Andrée Blouin-huis in Congo, dus ze is wel gekend, maar haar verhaal werd nooit verteld in België.” Blouin, dochter van een Franse vader en een Centraal-Afrikaanse moeder, werd in een weeshuis in Brazzaville gestopt en is op jonge leeftijd naar Guinee gevlucht. Ze duikt telkens bij cruciale momenten op. Ze was adviseur van Sékou Touré en bevriend met Kwame Nkrumah. “Er was duidelijk iets met haar dat boeiender was dan wat we wisten. Ze kreeg een onafhankelijkheidsbeweging van 45.000 vrouwen bijeen in de provincie Kwilu! We kregen toegang tot rollen niet-ontwikkelde films van haar, ons opgestuurd door haar dochter Eve Blouin. Die fantastische beelden hebben we rechtstreeks in de film gebruikt.”

Soundtrack to a Coup d’État (2024)

“Het zijn ook Abbey Lincoln, Maya Angelou en Rosa Guy, die de protesten in de Veiligheidsraad hebben opgezet. De helft van de rebellen destijds in Kwilu waren vrouwen. Regimenten van 14-, 15-, 16-jarige meisjes, daarom is de aanwezigheid van auteur en strijder Léonie Abo in de film ook belangrijk.”

De film toont de vrouw ook als slachtoffer van conflicten. “Verkrachting wordt nog altijd als wapen gebruikt in de dorpen in Oost-Congo. Net voor de film uitkwam, hebben we het aantal slachtoffers moeten aanpassen van 42.000 naar meer dan 80.000 sinds 1999, volgens cijfers van Nobelprijswinnaar Denis Mukwege en het Panzi Hospital in Bukavu.”

Een corporate staatsgreep

In elke hoek van de film wacht ons het onvoorspelbare. De ene minuut staan we versteld van de cynische bekentenissen van een westerse huursoldaat, de volgende zien we hoe de verloving tussen koning Boudewijn en doña Fabiola toevallig valt op de dag na Mobutu’s staatsgreep. En dat alles vloeit naadloos door elkaar, meesterlijk gemonteerd door Rik Chaubet.

Bijna dertig jaar na het audiovisueel essay dial H-I-S-T-O-R-Y (1997) herkennen we in Grimonprez’ jongste film de zoektocht naar betekenis, niet in, maar tussen de fragmenten en verhalen die aan elkaar worden verweven. Een netwerk van anekdotes, gebaren en glitches in de geschiedenis nodigen ons uit tot de ontmaskering van geopolitieke manipulatie. Het zijn onverwachte bouwstenen die soms tragisch zijn en soms luchtig, maf of zelfs oneerbiedig. Ook in Double Take (2009) vonden we de gevaarlijke paringsdans tussen geweld en entertainment terug, in de context van de Koude Oorlog. Op een associatieve manier worden we telkens weer meegesleept door de historische pijnpunten die de filmografie van Grimonprez bevolken.

Eén bezorgdheid in het bijzonder brengt Soundtrack to a Coup d’État samen met zijn straffe voorganger, het diepgaande wapenhandeldocument Shadow World (2016): “We leven in een corporatocracy, in een corporate staatsgreep. Je hebt drie defensielobbyisten voor elke politicus in Washington. Er zijn meer lobbyisten in Brussel dan parlementsleden in het Europees Parlement. Bedrijven schrijven wetteksten. Dat systeem houdt een bepaalde status quo in stand. De media spelen daar een grote rol in en als je er kritiek op hebt, is dat niet geoorloofd. Lumumba zegt het letterlijk: ‘Het is Union Minière dat geen oog heeft voor mensenlevens.’ Het is een corporatocracy die overeind wordt gehouden door een lobbysysteem. En dat lobbysysteem is gedreven door winstbejag. En zolang ons paradigma steunt op winstbejag, zal dat mensenlevens blijven kosten.”

 

De soundtrack bij Soundtrack to a Coup d’État kan je hier beluisteren.